donderdag 3 mei 2012

Schaalverfijning

In 2007 is voor het bisdom Breda de diocesane beleidsnota 'In de duizend gezichten van uw volk' gepresenteerd. De nota gaat uit van de volgende intuïtie: 'Door de secularisatie heeft de kerk in de samenleving een andere positionering gekregen. Andere, ook meer ‘wereldse vragen’ worden haar gesteld. En we gaan een tijd tegemoet van minder mensen (pastorale beroepskrachten, vrijwilligers, kerkleden) en minder middelen. Hoe dan verder? Beantwoording van die vraag willen we niet beginnen met op grond van krimp louter ‘de schaal te vergroten’, om dus op (nog) grotere schaal te doen wat men voorheen al op kleine(re) schaal deed. Er is gekozen voor inhoudelijke vernieuwing (cursivering WH). Waar staan we voor en voor wie? Daarna spreken we ook over (vergroting van) de samenwerkingsverbanden.' (p. 8-9)

Hand in hand

In de beleidsnota wordt ervan uitgegaan dat schaalvergroting en schaalverfijning hand in hand zouden moeten gaan. Alleen dan zijn er voldoende waarborgen gegeven om in het proces van herbronning het geloof en de kerk een passende plaats te geven in het huidige tijdsgewricht. Opvallend in de nota is, dat de aandacht voor de kleine geloofsgemeenschap/geloofsgroep (nota, sub II d) chronologisch - en ook principieel - vooraf gaat aan de aandacht voor het grote samenwerkingsverband (sub II e). De keuze voor precies deze volgorde geeft aan, waar ik gevoelsmatig dit weblog mee ben gestart: 'Het begint klein'. De aandacht voor de kleine geloofsgroep is precies de schaalverfijning, waar ik het hier over wil hebben.

Over de kleine geloofsgemeenschap/geloofsgroep schrijft de nota: 'Het accent in het beleid ligt op de kleine geloofsgemeenschap en de geloofsgroep. Deze zijn én selfsupporting én verbonden met het grotere geheel. Hier zit de kracht. Het is schaalverfijning. Mensen die op grond van hun doop het geloof beleven en delen (cursivering WH). Zij zetten zich in voor Godsontmoeting, gemeenschapsvorming en zorg voor de naaste. Het kan een plaatselijke geloofsgemeenschap zijn, een koorgroep, gebedsgroep, diaconale groep, een groep gender en  levensbeschouwing, een bijbelgroep, e.a. Ze voorzien zelf in eigen voortgang. Er is niet een pastoraal werkende vast met hen verbonden. Het pastoraal team staat voor het geheel. De geloofsgemeenschap of geloofsgroep, die in keuze of door draagkracht een beperkt pastoraal programma kan hebben, weet zich verbonden met het grotere geheel: de parochie en van daaruit met het bisdom en de wereldkerk. Vanuit de parochie wordt het pastoraat in zijn volle breedte behartigd.' (p. 11)

Fundament

Het delen en het beleven van het geloof dient dus ingebed te worden in een kleine, overzichtelijke groep, waarin men vertrouwd is met elkaar. De kleine geloofsgroep moet in verbinding staan met de grotere parochiegemeenschap. Die schaalverfijning vanuit de kleine geloofsgroep is het noodzakelijke fundament waarop (later, of soms ook gelijktijdig) de schaalvergroting kan worden vorm gegeven. Maar als de stap van schaalverfijning wordt overgeslagen, dan is het risico groot, dat het eindresultaat niet geworteld raakt in de bron van het gezamenlijk gedeelde geloof. Het gevaar is dan aanwezig, dat men vooral gericht is op de organisatie, en veel minder op de inspiratie.

In de regio waarin ik werkzaam ben (de Bevelanden en Schouwen-Duiveland, in nauwe samenspraak met de regio Walcheren) wordt het proces, dat begonnen is met 'In de duizend gezichten van uw volk', in mijn beleving sterk gefocust op de schaalvergroting. Dat is ook wel begrijpelijk, want dat deel van het proces is beter zichtbaar en meer tastbaar (in termen van resultaten) dan het procesonderdeel dat zich richt op het ontwikkelen van de kleine geloofsgroep, het onderdeel dus van de schaalverfijning. De primaire insteek op de organisatie is duidelijker te meten, want dan gaat het over begrotingen en onderhoudsplannen, over aantallen vrijwilligers, kerkgangers en beroepskrachten, over parochiële activiteiten en bezigheden van werkgroepen waar je concrete cijfers aan kunt koppelen. Moeilijker te kwantificeren is de inspiratie die mensen ertoe beweegt zich te blijven inzetten voor de voortgang van het geloof, voor het opbouwen van netwerken en netwerkjes waarin mensen zich (h)erkend voelen, voor het werken aan een humane samenleving in eigen omgeving of op mondiaal vlak.

Schaalverfijning

En toch: als het ons niet gaat lukken om ook het element van de schaalverfijning in het hele proces een geëigende plaats te geven, dan zouden op termijn alle inspanningen voor de schaalvergroting wel eens averechts kunnen uitpakken. In het ontwikkelen van de kleine geloofsgemeenschappen kunnen mensen leren hun angst te overwinnen, die ik nu soms nog constateer: de angst dat men in het proces van de schaalvergroting over het hoofd zal worden gezien en dat men de eigen identiteit van de van de lokale gemeenschap zal verliezen. Juist in het ontwikkelen van de kleine geloofsgroepen (= schaalverfijning) kan - door het proces van herbronning en van het versterken van de eigen gelovige identiteit - de kracht gevonden worden om de noodzakelijke ontwikkeling van de schaalvergroting met vertrouwen in te gaan. Omdat precies door ruimte te creëren voor de schaalverfijning het geloof in de eigen kracht en het vertrouwen op Gods Geest sterker wordt dan de angst om verloren te gaan in processen die men niet gewild heeft en ook niet kan overzien.

2 opmerkingen:

  1. Bernard van Lamoen - pastoraal werker5 mei 2012 om 13:09

    Ik kan haast niet wachten om daar, als het samnevoegingswerk straks minder tijd vraagt, nog veel meer van mee te mogen maken!
    'Dat wij toch niet vergeten waartoe wij zijn gemaakt' schrijft Oosterhuis ergens in een lied. Dat gaat over ieder mens, maar klinkt zeker voor iedere gelovige en de kerk als geheel.
    En dit stukje van jou slaat voor mij, als pastorale beroepskracht, de spijker op zijn kop.
    We moeten goed weten waartoe wij primair zijn aangesteld, en waarom wij ooit dit werk zijn gaan doen. Gij helpt dat niet vergeten!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoi Wiel,

    Ik heb je schrijven over schaalverfijning gelezen.
    Mijn idee.
    Is de (kleine) gemeenschap niet de drager van het geloof?
    (Voorgangers moet daartoe dienstbaar zijn)
    Zorg er daarom voor dat deze kernen levenskrachtig zijn.
    Daar ligt de prioriteit mijn inziens.

    Wat het basispastoraat van het gevangenispastoraat kan leren is
    dat aantal en aanzien niet het belangrijkste zijn.
    Soms is de opkomst bij kerkvieringen teleurstellend.
    We vieren soms in lelijke recreatiezalen.
    En toch, we schuiven de stoelen iets dichter bij elkaar (in een kring!).
    En waar de viering leeft ben ik na afloop altijd vergeten
    dat we met minder waren.
    Er werd gevierd. Mensen waren betrokken, er werd gedeeld.
    Het was goed.
    Wat wil je nog meer?

    groet,

    John

    BeantwoordenVerwijderen